Op de markt
Veel boeren, of eigenlijk waren het vaker de boerinnen, die in de buurt van een stad woonden, gingen daar regelmatig heen om hun overschot te verkopen. De zelfvoorzienende boeren konden daarmee aan wat geld komen om zaken aan te schaffen die ze niet zelf konden maken of die niet in het dorp, bij buren, te krijgen waren.
Op de prentbriefkaart van de Pensmarkt in ’s-Hertogenbosch zie je dat het daar een drukte van belang is. De boeren hebben hun koopwaar uitgestald en de Bossche koper baant zich daar een weg door. Op de achtergrond probeert de paardentram door de mensenmassa heen te komen. De stoomtram, die wel de regionale verbindingen onderhield, mocht vanwege de overlast niet in de binnenstad rijden. Een politieagent leunt tegen zijn fiets en houdt de boel in de gaten. Er is duidelijk verschil te zien tussen de kleding van de plattelandsbewoners en die van de stedeling.
Deze kaart laat ons een aantal boerinnen zien in prachtige Brabantse klederdracht. De oudere vrouwen dragen een witte gazen muts, de jonge, huwbare meisjes een zwarte. Verschil moet er zijn. De boerenjongen staat ertussen met de handen in de zakken, een algemeen gebruik. We zien bloemen en veel zakken met aardappels. Daarnaast zullen er zeker ook groentes, boter en eieren te koop zijn aangeboden. Op de achtergrond kun je nog mooi een aantal handkarren zien staan, die gebruikt werden voor het vervoer van al die goederen van het platteland naar de stad.