Kinderen op de boerderij
Het Brabantse boerenland was een kinderrijk land. Op de boerderij hadden de kinderen alle ruimte om te spelen, waarbij ze zich dan meestal wel zelf moesten vermaken. Regelmatig werden kinderen ook ingeschakeld voor allerlei lichte klusjes, zoals aardappels schillen of manden vlechten. Hoe ouder ze werden, des te meer zij meewerkten in het boerenbedrijf.
Als ze niet aan het werk waren – of als ze daarvoor nog te klein waren – speelden ze vaak in grote groepen, met broers en zussen en ook met kinderen uit de buurt. Echt speelgoed was er nog niet, maar er was veel voorhanden wat als speelgoed kon dienen en veel werd zelf gemaakt.
Op de kaart met de ossenkar zie je een groep jongens met hoepels. Als hoepel werd een oude velg gebruikt of de kinderen maakten de hoepel zelf. Zo’n hoepel kon voor allerlei spelletjes gebruikt worden. Zo kon je deze laten rollen of met een stokje voortbewegen en er dan achteraan rennen.
Voor hele kleine kinderen werd vroeger wel een looprek gebruikt. Zoals op bovenstaande kaart te zien is, past het kind daar precies in. De schuif waarin het kind zit, kan binnen het rek bewegen, zodat het kindje zich met zijn voeten kan afzetten en zo op en neer kan gaan.
Al die kinderen hadden natuurlijk ook een slaapplek nodig. Bij kinderrijke gezinnen – en dat waren er in Brabant nogal veel – was dat vaak improviseren. In een bedstee of bed sliepen vaak meerdere kinderen. Op de foto van Jan Bijnen hieronder slapen vier jongetjes Derijks, Laurentins, Harrie, Willem en André, samen in één bed. Typerend zijn ook het kruisbeeld en de heiligenafbeeldingen aan de muur. Zij woonden overigens niet in een boerderij, maar in het centrum van Waalre.